Brief aan Vaste Commissie VWS Tweede Kamer
Bunnik, 7 maart 2013
Geachte leden van de Vaste Commissie voor VWS,
Vrijheid van artsenkeuze
In 2006 is de nieuwe zorgverzekeringswet die door VVD minister Hans Hoogervorst van VWS is opgesteld, van kracht geworden. Deze wet zou er alleen komen indien sprake zou zijn van vrije artsen keuze. Dienovereenkomstig werd artikel 13 aan de wet toegevoegd.
Vreemd genoeg wil nu een VVD minister Schippers de vrije artsen keuze beperken.
De AVMV is van mening dat de individuele vrijheidskeuze van de patiënt voor een arts niet aangetast mag worden, aangezien dit in strijd is met de basiswetten van de vrijheid van de mens, zoals onder andere is vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
Hieronder gaan wij verder in op feiten die aantonen dat er duidelijk sprake is van het ontbreken van goede kwaliteit van de zorg, gepaard gaande met steeds hogere onnodige kosten. Daarbij komt het probleem dat “zorgverzekeraars” regelmatig hun afspraken en zorgplicht niet nakomen.
Wij allen zijn wettelijk verplicht tot het afsluiten van een zorgverzekering.
De zorgkosten betalen wij allen tezamen via premies en hoge belastingen. Het is dus eigenlijk ons geld, waar wij helaas nagenoeg niets over te zeggen hebben. We blijken zelfs “vreemd” te gaan als we naar de zorgverlener van onze keuze gaan (AD 20-2-2013, zie bijlage 2) Intussen zijn er steeds meer verzekeraars die hun eigen wetten maken.
Volgens de Nederlandse wetgeving zouden verzekerden en verzekeraars over de polisvoorwaarden moeten overleggen. Tot dusverre is ons gebleken dat zorgverzekeraars dit vermijden.
In de praktijk kan iedere burger op aanvraag de polisvoorwaarden ontvangen, welke vervolgens al dan niet geaccepteerd kunnen worden. Deze polisvoorwaarden worden echter steeds meer alleen via internet getoond en zelden op papier thuis gestuurd. Mensen die niet computerhandig zijn of geen computer hebben worden benadeeld omdat zij de gevraagde informatie alleen via een moeizame procedure kunnen ontvangen. Kortom: een “kat in de zak”.
Verzekeraars zijn nu al oppermachtig niet alleen jegens verzekerden maar ook ten aanzien van zorgverleners; het inkomen van de laatste groep immers hangt grotendeels van de verzekeraars af.
De verzekerde moet vóór het einde van het jaar kiezen met welke zorgverzekeraar hij verder wil gaan.
Te midden van voorbereidingen op de feestdagen moeten mensen zich buigen over onbegrijpelijke tekststukken in de hoop in de wirwar van -vooral financieel- onduidelijke gegevens de beste keuze te kunnen maken. Een nepkeuze, want pas in de loop van het volgend jaar wordt duidelijk met wie de zorgverzekeraar zorgafspraken heeft gemaakt. Ieder jaar weer nieuwe polisvoorwaarden (met nieuwe beperkingen) en een jaarlijks terugkerende puzzel om polisvoorwaarden te vergelijken (praktisch onmogelijk mede door verstopte uitsluitingen): kortom moderne armoede.
Deze energie zou veel beter benut kunnen worden door met zorgverleners afspraken te maken over betere en goedkopere zorg. Zorgverzekeraars hebben alleen belangstelling voor hun eigen kosten: “Hoe betaal ik zo min mogelijk aan mijn verzekerde en aan de zorgverleners?” Sommige zorg verzekeraars noemen zich al schadeverzekeraars en zorgplicht is een woord dat zij niet kennen, zo is onze ervaring.
30-50% van de lichamelijke klachten blijft bij de huisarts onverklaard (H. Maassen, Medisch Contact van 11 juni 2009: 64 nr. 24: 1060-1063, zie http://medischcontact.artsennet.nl/nieuws-26/archief-6/tijdschriftartikel/60458/ongezond-en-ongerust.htm Als de klachten niet verdwijnen kan de huisarts niet de nodige zorg leveren (al dan niet na doorverwijzing met kosten van vaak meer dan € 10.000,– per geval: zie bijv. de Volkskrant van 29 mei 2010, “Het wonder dat vitamine D heet”: na 5 jaar en € 13.000 kosten bleek patiënte een vitamine D tekort te hebben; de klachten verdwenen snel na voorschrijven extra inname vitamine D (zie: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/985313/2010/05/29/Het-wonder-dat-vitamine-D-heet.dhtml
Verzekeraars weten meestal ook geen raad met de groep met onverklaarde lichamelijke klachten. Zoekt de verzekerde zélf een oplossing door een BIG geregistreerd arts met kennis van voeding te raadplegen, dan verzaken nu verzekeraars hun zorgplicht door de noodzakelijke eerste lijns diagnostiek niet te vergoeden en zelfs niet wanneer de zorgverlener met kennis van voeding het advies aan de huisarts geeft op basis van de zorgvraag bepaald onderzoek aan te vragen. De zorgplicht is in hun ogen inferieur aan de polisvoorwaarden.
De ministers van VWS en Landbouw hebben in 2008 een nota 31532 inzake Voedingsbeleid gemaakt die door de Tweede Kamer is goedgekeurd en waarin met name de eerste lijn verzocht wordt een grotere bijdrage te leveren aan de verbetering van het voedingspatroon met als doelstelling meer aandacht voor voeding in eerstelijnszorg (pag.36-38). De meeste huisartsen komen hier nauwelijks aan toe vanwege andere prioriteiten en/of te beperkte aandacht hiervoor in de medische opleiding.
(Huis)artsen die zich na de artsenopleiding wel in de voeding specialiseerden, hebben ook eerste lijns (voedings)-diagnostiek nodig.
Zodra zij bemerken hoe goed de resultaten hiervan zijn, specialiseert een deel van deze artsen zich hier verder in, waardoor hij/zij zijn/haar specialisatie als huisarts kan verliezen. Tot 2011 gaf dit weinig problemen inzake de vergoeding.
Deze eerste lijns diagnostiek is zeer belangrijk: huisartsen die wel serieus werk van maken van de voeding + eerste lijns diagnostiek, krijgen niet alleen een gezondere patiënten populatie, maar ook minder verwijzingen naar de tweede lijn met als resultaat 30% lagere zorgkosten dan andere huisartsen per verzekerde op jaarbasis (hierbij zijn de extra kosten voor de diagnostiek meegenomen).
Patiënten van eerste lijns zorgverleners, zoals BIG geregistreerde artsen (niet zijnde huisarts) of diëtisten die al met voeding werken, worden sinds eind 2010 door de verzekeraars uitgesloten van vergoeding van bijv.eerste lijns diagnostiek. Ook als er een duidelijke zorgvraag is, die de huisarts niet kan oplossen.
Helaas heeft de minister ons geschreven niets te gaan doen aan verbetering van de artsen opleidingen: dat moeten de zorgverleners zelf maar uitmaken. Dus gebeurt er nagenoeg niets. Gevolg hiervan is een zorgsysteem dat alleen maar duurder wordt. Wij als verzekerden betalen elk jaar méér premie, ondanks hoger eigen risico, en uiteindelijk is er minder verzekerd. Heel jammer, want hier ligt nu een belangrijke sleutel naar een betere gezondheid van de Nederlander met veel lagere zorgkosten omdat er minder zorg geconsumeerd behoeft te worden.
Afschaffing restitutie polis
Het afschaffen van de restitutie polis betekent eveneens een beperking van vrije artsenkeuze. Zorgverzekeraars zijn, zeker voor de gemiddelde verzekerde, zeer onduidelijk over de soort polis die men heeft: natura polis of restitutie polis. De meeste mensen weten niet wat voor soort polis zij hebben.
Door uitleg van deze begrippen op alle documenten te melden en aan te geven wat de verschillen zijn, zou dit opgelost kunnen worden.
De restitutiepolis zou de standaard moeten zijn met als tweede keuze de natura polis (indien men perse minder premie –op dit moment ca. € 5 per maand- wil betalen). Bij een noodzakelijke operatie van tienduizenden Euro’s is een natura polis zeer nadelig (was al eens op TV). Een redelijke vergoeding zou tenminste 80% moeten blijven. Deze 80% brengt ook het voortbestaan van goede zorg soms nu al in gevaar.
Kortom, de restitutie polis moet zeker niet verdwijnen.
Zorgkosten
Over kosten besparingen in de zorg, inclusief verbeteringen van de gezondheidstoestand, hebben wij u al eerder geïnformeerd via ons Deltaplan voor de gezondheidszorg en onze noodkreet van 2011. Voor de goede orde en te uwer volledige informatie sluiten wij dit Deltaplan hierbij nogmaals in. Nieuwe mogelijkheden, zoals de beperking van onnodige operaties, kan naar onze mening het beste gerealiseerd worden door hiervan door de betrokken specialismen een plan te laten maken, dat op korte termijn uitgevoerd wordt.
De door ons voorgestelde aanpak, hierboven uiteengezet, overtreft de thans ter discussie staande bezuinigingen die het kabinet wil gaan doorvoeren. Snelle realisatie van voornoemde aanpak maakt deze bezuinigingen gelukkig overbodig. Alleen al met vitamine D kan per jaar 10 miljard Euro verdiend worden omdat er gewoonweg een lagere zorgvraag komt, er minder ziekteverzuim is etc. Kortom, mensen worden gezonder. Ook een hogere BTW op ongezonde producten met lage nutriëntendichtheid, zoals vet/olie, suiker, alcohol en zout (hiervan krijgen wij te veel binnen) en GVO (GezondheidsVoorlichting en Opvoeding) zou hieraan kunnen bijdragen. Zie bijv. de eetmeter op www.worldhealthfoundation.info
Desgewenst bereid tot nadere toelichting van bovengenoemde voorstellen zien wij uw reactie met belangstelling tegemoet.
Hoogachtend,
E.F. Vogelaar
Voorzitter AVMV
Reageer
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.