1. De algemene beleidsdoelstelling (pag.38 en verder):
Een goede gezondheid, waarbij mensen gezond leven en zo min mogelijk bloot staan aan bedreigingen van hun gezondheid is iets waar wij van harte achter staan.
De AVMV is teleurgesteld over het veel te beperkte aantal maatregelen dat door de over-heid genomen wordt om dit te realiseren. Wij zijn van mening dat Gezondheids Voorlichting en Opvoeding (GVO) onontbeerlijk is om een betere voedingkeuze en leefstijl te bereiken. Het nieuwe rapport van het RIVM bevestigt dit eveneens.
Deze maatregelen zouden enerzijds gericht moeten zijn op volwassenen om een achterstand in te halen, anderzijds op scholen. Daarbij staan de burger steeds meer tools ter beschikking die kunnen helpen om de burger enerzijds te informeren, maar ook te helpen gedrag aan te passen. Een van deze tools is bijvoorbeeld de eetmeter, ontwikkeld door de World Health Foundation www.worldhealthfoundation.info.
De overheid kan een rol spelen in het onder de aandacht brengen van het bestaan van dergelijke tools en kan bijdragen in de verdere ontwikkeling ervan, opdat hierdoor meer en betere onderzoekgegevens worden verkregen en de gebruiksvriendelijkheid van deze tools kan worden afgestemd op de toepassing door de schooljeugd.
Uiteraard moet dit alles samengaan met een constante aandacht vanuit de overheid voor onze leefomgeving. Op pag. 45 noemt de begroting dioxine in Duits diervoeder als risico voor onveiligheid. Is het de regering bekend dat wij in Nederland de hoogste dioxine belasting per hoofd van de bevolking hebben, onder andere doordat wij het meeste huisvuil verbranden? De AVMV vraagt zich af wat de regering hieraan gaat doen.
2. Leg de verwerking van suiker aan banden (p. 44)
De AVMV constateert dat steeds meer en vaker suiker wordt toegepast in voedselproducten. Een toename die vanuit de voedselindustrie steeds vaker wordt toegepast om de consumptie van voedsel aan te jagen. Hoe meer suiker een product bevat, hoe sterker het hongergevoel wordt gestimuleerd.
Het schadelijke effect van suiker op het gebit is bekend (+/- 16% van de zorgkosten in de eerste lijn), maar suiker is tevens een belangrijke risicofactor bij tal van ziekten, diabetes, het risico op infecties en overgewicht. Ook bevat suiker nagenoeg geen nutriënten waar veel mensen een tekort aan hebben.
Op pag. 56-57 wordt bij de instrumenten ter bevordering van gezonde voeding, suiker door de minister niet eens genoemd… De AVMV is van mening dat er een halt moet worden toegeroepen aan de verwerking van suiker in ons voedsel. Wij pleiten voor een normering op de toevoeging van suikers en suikervervangers voor al het bereide voedsel, maar in het bijzonder voor voedsel bestemd voor kinderen.
3. School zorgprofessionals bij op de effecten van voeding
De minister stelt voor om de zorgprofessionals een belangrijke rol te laten spelen in de informatievoorziening over de instrumenten ter bevordering van gezonde voeding (pag. 57).
De AVMV is van mening dat het kennisniveau van de meeste zorgprofessionals echter onvoldoende is. Betere voeding leidt tot minder operaties voor hart- en vaatziekten, kanker, botbreuken door osteoporose (vitamine D gebrek) en een lager aantal personen die een groot deel van hun leven niet voor zich zelf kunnen zorgen etc.
Intussen zijn er nagenoeg geen opleidingen waar voldoende scholing van voeding en preventie in wordt meegenomen. De tweede kamer heeft enkele jaren terug met minister Klink de nota Voedingsbeleid besproken, waarin duidelijk is aangegeven dat alle artsen en wel speciaal de eerste lijn, veel meer met voeding moet gaan doen. Dit kan alleen slagen als er in de opleidingen van artsen aandacht komt voor de effecten van voeding op de gezondheid.
De AVMV dringt erop aan dat voeding een vast onderdeel in de opleiding tot arts en verpleegkundigen wordt door minimaal 10 tot 20% van de opleidingstijd hieraan te besteden.
Dit geldt niet alleen voor de opleidingen waar VWS direct over gaat, maar ook die van het ministerie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap alsmede voor de nascholingen. Zo waren er in 2010 op de meer dan 5.300 geregistreerde nascholingactiviteiten voor huisartsen slechts 2 die duidelijk over voeding gingen. Om de achterstand in te halen zou de aandacht voor voeding bij de nascholingen tenminste 50% dienen te zijn.
Bijscholing op het gebied van voeding van de huidige (jonge) zorgprofessionals kan de behoefte aan extra op te leiden artsen en andere gezondheidswerkers enorm verlagen (pag. 22: In 2025 hebben wij een kwart meer artsen nodig)
Effect van gezonde voeding op de zorgkosten:
Een huisarts die zich door zelfstudie specialiseerde in voeding en laboratoriumonderzoek deed naar het nutriëntentekort bij zijn patiënten, realiseerde -ondanks de meerkosten van het laboratoriumonderzoek- meer dan 30% kostenverlaging dan de gemiddelde huisarts.
Dit kwam door minder gebruik/verwijzingen naar de tweede lijn en minder geneesmiddelen gebruik. In Nederland zijn de meer dan 500 CAM-artsen de enige artsen die voeding (deels) in hun opleiding en nascholing hebben meegekregen. Zijn dit huisartsen, dan scoren zij ook lagere kosten dan de andere huisartsen: 6-7%.
Conclusie: bij meer preventie en aandacht voor de voeding zijn in principe niet meer artsen nodig en zijn de kosten voor de verzekerde lager.
4. Goede diagnostiek voorkomt overbehandeling
Meten is weten. Voor goede en effectieve zorg is een correcte diagnostiek onontbeerlijk.
De AVMV constateert in de praktijk een aantal problemen wanneer het gaat om de verzeker-bare kosten voor diagnostiek die wordt ingezet om nutriënten tekorten vast te stellen.
Het merendeel van de voedingsgerelateerde diagnostiek wordt niet aangevraagd door eerstelijns huisartsen, maar door BIG-geregistreerde eerstelijns zorgverleners, zoals diëtisten of natuurartsen die zich hebben gespecialiseerd in voeding. Zij zijn het die in de afgelopen jaren veelvuldig dergelijk onderzoek hebben aangevraagd. Sinds eind 2010 echter hebben verzekeraars de keuzevrijheid van de verzekerde ernstig beperkt door een diagnostische aanvraag uisluitend te vergoeden wanneer deze door een eerstelijns huisarts is aan- gevraagd. In punt 3 hierboven hebben wij zojuist al het punt gemaakt dat de meeste artsen op het gebied van voeding ontoereikend zijn geschoold.
Meer kennis over voeding leidt tot stigmatisering?
Nu is het vaak zo dat de huisarts na zijn studie ontdekt dat er tal van ziekte- en klachten beelden bestaan, waarop hij geen antwoord heeft omdat de medische opleiding die niet geeft. Verwijzing naar de specialist is in bepaalde gevallen een onnodige verspilling van tijd omdat die het ook niet weet. De huisarts krijgt de patiënt weer terug en weet niet wat te doen. Een deel van deze huisartsen ontdekt dat bij een deel van deze patiënten de oorzaak in de voeding is gelegen, hij/zij schoolt zichzelf bij op dit gebied en is in staat meer mensen/verzekerden te helpen.
Het gevaar hierbij op dit moment is dat als deze arts zich verder specialiseert op voedingsgebied, hij/zij zijn/haar huisartserkenning dreigt te verliezen en als “alternatief” wordt bestempeld door de verzekeraars, waardoor wij als verzekerden moeten gaan betalen voor de oplossing van medische problemen die juist onder de basisverzekering behoren te vallen.
Op pag. 71 zegt de minister de diagnostiek in de eerste lijn te willen versterken, zodat onnodige diagnostiek en dure behandelingen in de tweede lijn kan worden voorkomen.
De AVMV juicht dit standpunt toe. Wij willen de minister dan ook met klem verzoeken om zo spoedig mogelijk een eind te maken aan het in onze ogen verzaken van de zorgplicht van de zorgverzekeraars die vergoeding weigeren van eerstelijns diagnostiek.
De verzekeraar heeft een zorgplicht en wij, als verzekerden, hebben recht op de zorg die wij nodig hebben. Mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat ze goede en veilige zorg krijgen wanneer dit nodig is.
5. Ondersteunen van ons afweersysteem, sleutel tot gezondheid
Op pag. 53 noemt de minister het advies van de Gezondheidsraad over de wenselijkheid en (kosten)effectiviteit van screening naar darmkanker. Een meer optimale inname van bv. vitamine D en selenium via de voeding en/of suppletie (zolang ons voedsel minder dan de optimale hoeveelheden bevat) kan darmkanker zelfs primair voorkomen en is veel goedkoper. Recentelijke wetenschappelijke publicaties laten zien dat met 25 µg vit. D extra per dag de daling van het aantal darmcarcinomen al 50% is en dat bij nog meer vit. D
inname de daling nog groter is.
Volgens Medisch Contact van 11 juni 2009 (H. Maassen; 64(24): 1060-1063) blijft bij de huisarts 30-50% van de lichamelijke klachten medisch onverklaard (bij diverse medisch specialisten 40-60%). De voedingsaanpak kan voor een belangrijk deel voor deze verzeker-den de oplossing bieden en is minstens evengoed wetenschappelijk onderbouwd (in Pubmed meer dan 20.000 artikelen per jaar) als de huidige verzekerde zorg.
Door betere voeding hoeft de Nederlander veel minder vaak dan nu last te hebben van infecties zoals griep, verkoudheid en keelpijn etc. en verbetert onze algehele gezondheid. Hierbij zijn de essentiële voedingsstoffen (stoffen die ons lichaam niet kan aanmaken en wij dus via voedsel moeten innemen) belangrijk, want ons afweersysteem heeft die nodig. Selenium, vit. A, C en D zijn in deze het meest bekend. Suiker doet het omgekeerde, verlaagt onze afweer en bevordert ook nog eens tandbederf (het begin van veel chronische pro-blemen later).
De AVMV pleit voor het maken van een inventarisatie van gezondheidsproblemen die zowel in de eerste- als tweedelijn niet goed opgelost worden en het effect van juiste voeding, eventueel aangevuld met tijdelijke supplementatie, grondig te onderzoeken.
6. Iedereen óf patiënt óf werkzaam in de zorg?
Wanneer wij niet structureel de gezondheid van de Nederlander verbeteren, dreigen wij straks allemaal óf patiënt te worden óf zullen we zelf werkzaam moeten zijn in de zorg.
Deze enorme beslaglegging op het arbeidspotentieel voor de normale economie waar Nederland haar welvaart aan heeft te danken, kan niet anders dan tot twee onwenselijke effecten leiden:
• Instroom van (goedkoop) zorgpersoneel uit het buitenland
• Stijging van de premiekosten
De minister noemt dat de premies de laatste tijd met 10% gestegen zijn (pag.77).
In 2012 zal de basispremie opnieuw stijgen en gaat de eigen bijdrage omhoog. De collectieve verzekeringen nemen toe. De kosten van de zorg nemen bovengemiddeld toe, zo lezen wij in het blad Wel van VWS (pag. 16). In 2040 dreigt 30% van ons BNP naar de gezondheidszorg te gaan. Het grootste deel van de zorgkosten bestaat uit personeelskosten. Deze enorme groei van de werkgelegenheid in deze sector moet door de verzekerden direct en indirect worden opgebracht. Dit leidt tot premieverhogingen die de solidariteit onder druk zetten. De AVMV is van mening dat dit anders kan en anders MOET!
7. Voedselveiligheid en productveiligheid (pag. 48-50):
Er zijn tal van producten op de markt die de gezondheid op termijn verminderen. Producenten kunnen deze zonder problemen verkopen of weer nieuwe maken.
Lege voeding
Als voorbeeld geven wij voedingsproducten die vrij verkrijgbaar zijn in de winkel/supermarkt met een laag gehalte aan essentiële voedingsstoffen, zoals vitaminen en mineralen, zo laag dat zelfs de gemiddelde ADH (Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid) niet wordt gehaald. Duidelijke voorbeelden zijn geraffineerde producten zoals suiker, alcohol en de meeste vetten.
De AVMV is van mening dat het principe “de vervuiler betaalt” hierop van toepassing is en deze voedingsmiddelen dus hoger belast zouden moeten worden.
Men zou producten met deze geraffineerde stoffen naar het hoge BTW tarief kunnen brengen en eventuele nieuwe niet toelaten. Hierdoor worden minder gezonde producten duurder.
De extra belasting opbrengst dient naar onze mening te worden aangewend om de premie druk te verminderen door:
• De BTW op uitzendkrachten in de zorg te schrappen
• Evenals de BTW op apparatuur, reagentia, diensten en automatiseringskosten etc.
Onnodige vaccins en vaccins met giftige stoffen
Een andere gevaarlijke situatie is de verwerking van toxische kwik in amalgaan bij de tandarts en Thiomersal in vaccins. Beide zouden verboden moeten worden omdat er al jaren goede alternatieven zijn. Het RIVM stelt dat Thiomersal nooit aanwezig is geweest in Nederlandse vaccins voor kinderen, waarom kan dit dan ook niet bij volwassenen?
Overigens bij de veiligheid van vaccins is veel meer te verbeteren door innovatie:
• Thiomersal wordt o.a. toegevoegd aan een vaccin om ongewenste virussen/mycoplasma te weren uit de injectievloeistof. Meer praktische toedieningsvormen zoals orale vorm, kunnen dit voorkomen.
• De met ingang van 2012 invoering van een Hepatitis B vaccin (pag.51) bij de geboorte komt merkwaardig over. Bij de geboorte is het immuunsysteem van de nieuwe wereldburger nog in het eerste stadium van ontwikkeling en is daarmee nog niet klaar voor een dergelijk vaccin en bovendien komt Hepatitis B in Nederland nauwelijks voor. Hooguit specifieke risicogroepen zouden in aanmerking kunnen komen.
De AVMV is van mening dat de effecten van vaccinatie en allerlei in ons voedsel en leefomgeving aanwezige giftige stoffen, die mogelijkerwijze pas na lange tijd naar voren kunnen komen, altijd over langere tijd moeten worden gemonitord. Deze studie kan eenvoudig worden opgezet wanneer de verzekerde zelf toegang krijgt tot zijn medisch dossier en dat ook zelf kan aanvullen en beheren. In het buitenland is al een dergelijk platform gebouwd www.patientslikeme.com. Het verdient aanbeveling om een dergelijk platform zo spoedig mogelijk in Nederland operationeel te hebben.
8. Burger moet kunnen kiezen
Op pag. 10 gaat de minister in op vermindering van de administratieve lasten en regeldruk. Onze leden merken hier weinig van: Als een verzekeraar geen overeenkomst wil met de zorgverlener waar de verzekerde voor kiest, dan komt deze verzekerde vaak in de pro-blemen. Nota’s gaan dan bij sommige verzekeraars niet meer via het landelijk werkende VECOZO systeem, maar moeten door de verzekerde handmatig worden ingediend. Vaak worden deze declaraties in eerste instantie zonder duidelijke redenen afgewezen en na heel veel moeite en frustratie uiteindelijk (vaak gedeeltelijk) vergoed. Dit betekent voor de verzekeraar, behandelaar en voor de verzekerde een enorme extra belasting en dus ook onnodige kosten voor alle betrokkenen.
Administratieve lasten en extra kosten?
De huidige wetgeving geeft de verzekeraar bovendien de mogelijkheid om dan minder uit te keren. Tot 25% komt dan voor rekening van de verzekerde. Deze kortingsvoorwaarde is ergens verstopt in de polisvoorwaarden en totaal niet transparant.
Diverse van onze leden noemen dit diefstal door hun verzekeraar. De verzekeraar kan immers zelf door het aangaan van een overeenkomst eenvoudig kortingen bedingen.
Onnodige legitimatie plicht
Een tweede administratieve belasting wordt gevormd door het feit dat wij als verzekerden, elke keer dat wij naar een nieuwe zorgverlener gaan, ons moeten legitimeren. Onnodig en frustrerend! Wij moeten ons allemaal immers verplicht verzekeren en via het VECOZO systeem. Hierin hebben de zorgverleners direct toegang tot al onze verzekeringsgegevens.
De AVMV wil dat verzekerden te allen tijde van zorgverzekeraar kunnen wisselen en dat dit niet langer beperkt wordt tot een moment per jaar.
Willen wij komen tot een vraaggestuurde markt, dan betekent dit ook dat de consument de vrijheid moet hebben om over te stappen wanneer een verzekeraar teleurstelt of in gebreke blijft. Wij willen verzekeraars die op efficiënte wijze te werk gaan. Dat betekent o.a. ook dat zij zich inzetten om het aantal onverzekerden te verminderen. Het is immers ons premiegeld dat door deze factoren sterk negatief wordt beïnvloed.
De wet Cliëntenrechten (pag. 19-20) maakt het mogelijk om een betere keuze te maken betreffende de zorgaanbieders. In deze wet komt onvoldoende naar voren de keuze voor de verzekeraars. Dit is een veel groter probleem dan de problemen met zorgaanbieders. In wezen hebben wij als verzekerden steeds minder te zeggen, behalve het dictaat te accepteren.
Is het niet beter een systeem te hebben zonder verzekeraars, waar alleen zorgverleners en verzekerden samen bekijken hoe de premiegelden het beste kunnen worden besteed?
Voor meer informatie over de standpunten van de AVMV verwijzen wij u door naar de website www.AVMV.nl